Apfelstrudel
INGREDIËNTEN:
- 200 g tarwebloem
- 100 g ongezouten roomboter
- 120 ml kraanwater
- 1 mespunt zout
- 4 jonagold appels (andere mildzoete appels ook mogelijk)
- 100 g kristalsuiker
- 50 g rozijnen
- 1 el gemalen kaneel
- 8 g vanillesuiker (zakje)
- 1 tl gemalen kruidnagel
- 3 el citroensap
- 55 g amandelschaafsel (bakje)
- 4 beschuiten
- Breng een pan water aan de kook.
- Meng de helft van de bloem, helft van de boter, het lauwwarme water en zout.
- Voeg de rest van de bloem toe en kneed met de hand soepel.
- Schenk het kookwater uit de pan.
- Leg het bakpapier in de pan en leg het deeg erop.
- Dek af en laat 1½ uur rusten.
- Verwarm de oven voor op 190 ºC
- Halveer de appels en snijd in kwarten.
- Verwijder de klokhuizen en snijd de parten in blokjes van 0.5 x 0.5 cm (brunoise).
- Meng de appelstukjes met de suiker, rozijnen, kaneel, vanillesuiker, kruidnagel, het citroensap en amandelschaafsel.
- Rol het deeg met de deegroller op een met bloem bestoven werkblad uit tot een lap van 20 x 30 cm.
- Leg op een passend stuk bakpapier en rek het met de hand verder uit tot 50 x 70 cm, tot het deeg bijna doorzichtig is.
- Bestrijk royaal met ¼ van de boter.
- Verkruimel de beschuit boven het deeg.
- Verdeel het appelmengsel over de helft en laat 4 cm aan de randen vrij.
- Vouw de zijkanten naar binnen.
- Rol de strudel op met behulp van het bakpapier.
- Bestrijk met de rest van de boter.
- Leg de strudel op een met bakpapier beklede bakplaat.
- Bak ca. 55 min. in de oven.
- Laat iets afkoelen.
Lekker met vanille-ijs en poedersuiker